Additive manufacturing, beter bekend als 3D printen, is een prachtige techniek maar nog steeds erg traag. TNO heeft, deels binnen AMSYSTEMS Center (het joint innovation center van TNO en TU/e HTSC), een unieke methode ontwikkeld om de snelheid van het printproces aanzienlijk op te voeren. Dat maakt het mogelijk tal van producten veel sneller en goedkoper te vervaardigen, zonder aan kwaliteit in te boeten. Belangrijk extra voordeel van de innovatie is dat de technologie in bestaande productielijnen kan worden geïntegreerd.
Bedrijven die baat hebben bij de innovatieve printmethode zijn vooral producenten van kleine oplagen en prototypen, bijvoorbeeld voor gehoorapparaten en gebitselementen tot mallen voor onderdelen voor de automobielindustrie en ruimtevaart. De industrie kan inmiddels kennis maken met een werkend prototype.
Deze technologie, voorkomend uit de programmalijn Industrial Additive Manufacturing van AMSYSTEMS Center, wordt nu door een nieuwe spin-off AMSYSTEMS naar de markt gebracht. De spin-off richt zich primair op het verder doorontwikkelen en commercialiseren van een innovatieve light engine en het force feedback concept voor industriële stereolithography (SLA) 3D printers. Beide oplossingen maken het mogelijk om met hogere productiesnelheid en resolutie producten 3D te printen. De light engine is een belichtingsmethode op basis van Blu-ray laserdiodes. Het force feedback concept betreft een softwareoplossing gecombineerd met een fysieke krachtsensor.
De programmalijn Food en Pharma printing gaat onder de naam DFPI door als onafhankelijke groep samen met TU/e and WUR. De programmalijn Structural electronics gaat, gezien de technologische ontwikkelingen, markt en het kennisecosysteem, naar de TNO research groep Holst Centre (Eindhoven). De samenwerking met de TU/e wordt voortgezet. De programmalijn High Tech Semicon verhuist naar de TNO research group Nano Instrumentation in Eindhoven.
