HomeKennisbankMarktinformatieEuropese sectoren verliezen terrein door ongelijk speelveld

Europese sectoren verliezen terrein door ongelijk speelveld

De Europese kunststof- en recyclingsector terrein verliest door een ongelijk speelveld. Virgin plastics zijn goedkoper dan recyclaat, wat investeringen in circulaire oplossingen belemmert. Europese producenten trekken zich terug, terwijl de productie buiten Europa toeneemt onder minder strenge voorwaarden. Zonder normerende wetgeving, financiële prikkels en ketensamenwerking dreigt Europa afhankelijk te worden van import van circulair plastic. De kunststofsector pleit bij monde van Harald de Graaf (NRK) voor een samenhangend beleidspakket dat investeringszekerheid biedt en de concurrentiekracht van de Europese sector versterkt.

De belangrijkste punten zijn voer normerende EU-wetgeving in voor een gelijk speelveld, stimuleer vraag naar kwaliteitsrecyclaat via tariefdifferentiatie en publieke inkoop, ontwerp verpakkingen gericht op recycling en verhoog kwaliteitsnormen, ondersteun investeringen met CAPEX-OPEX-regelingen en versterk ketensamenwerking van ontwerp tot verwerking.

Gert Jan Braam, ING Sector Banker Industry: “Een concurrerende recycling- en kunststofsector vereist duidelijke Europese spelregels, marktprikkels en samenwerking. Alleen zo behouden we onze kennis, infrastructuur en innovatiekracht, en voorkomen we dat circulaire productie wegvloeit naar regio’s met lagere duurzaamheidsstandaarden.”

Producentenvertrouwen opnieuw verbeterd

Nederlandse producenten waren in september opnieuw minder negatief gestemd. Het producentenvertrouwen steeg van -3,3 naar -1,6 (CBS). Deze verbetering komt vooral door een positievere verwachting over de bedrijvigheid in de komende drie maanden en een minder negatieve beoordeling van de voorraden en orderportefeuilles.

Van de drie deelindicatoren is één positief: meer producenten verwachten een stijging van hun productie dan een daling. De andere twee indicatoren – orderpositie en voorraadbeoordeling – blijven negatief maar liggen rond het langjarig gemiddelde. Alleen in de overige industrie (machine-installatie en meubelproductie) was het vertrouwen positief.

De verwachtingen over bedrijvigheid verbeteren opnieuw en liggen boven het langjarig gemiddelde. Dit is in lijn met de lichte outputverbetering in het tweede kwartaal in meerdere subsectoren. In combinatie met betere economische vooruitzichten voor 2026 en blijvende lage rente een steun in de rug voor industriële productie en potentiële investeringen.

EU-machinebouw heeft het zwaar, comeback in 2026?

De Europese machinebouwsector heeft in 2024 een forse terugval doorgemaakt. Uit cijfers van de CECIMO blijkt dat de productie van industriële bewerkingsmachines daalde met 9,2% ten opzichte van 2023. Hiermee daalde het Europese aandeel in de wereldwijde productie vorig jaar tot 34%. Voor 2025 wordt opnieuw een productiedaling verwacht (8,6%).

De Europese consumptie nam in 2024 af (-16%), voor dit jaar wordt nog een teruggang van 3,6% verwacht. Cecimo is positiever over 2026 als in navolging van economisch herstel investeringen verbeteren en daarmee ook de orderintake. De belangrijkste oorzaken van deze terugval gebrek aan gecoördineerd Europees industriebeleid, toenemende geopolitieke spanningen en handelsbarrières, afnemende investeringen en vraag in thuismarkt en verlies van concurrentiepositie t.o.v. Azië en VS.

Gert Jan Braam: “De afgelopen twee jaar van economische tegenwind, handelsonzekerheid en geopolitieke instabiliteit hebben een duidelijk negatief effect gehad. De sector zal zich versneld moeten toeleggen op verdere automatisering en digitalisering, energie-efficiënte, diversificatie en exportgroei buiten Europa.”

www.ing.com