De omstreden heffing op verpakkingen zal op termijn geheel verdwijnen of veranderen in een extra btw op verpakte producten van ongeveer 0,2%. Dat de verpakkingenbelasting niet duurzaam zal blijken heeft ironisch genoeg mede te maken met de milieugrondslag. De gekozen grondslag voor de tarieven is de hoeveelheid CO2 die per kilogram verpakkingsmateriaal vrijkomt. Deze waarde is voor ieder materiaal verschillend en varieert ook naargelang de bron waarmee de energie wordt opgewekt. Resultaat: een uiterst gecompliceerde tariefstructuur.
Om een voorbeeld te geven hoe onzinnig deze methode is: Frankrijk heeft voornamelijk water en kernenergie. Dat wordt CO2-neutraal opgewekt. De tarieven zouden in Frankrijk dus nul zijn. Voorts is het een fundamentele tekortkoming dat er niet naar de toepassing van de verpakking wordt gekeken. Zo heeft glas een lager tarief dan aluminium. Volgens dezelfde logica zou een passagiersvliegtuig van glas gemaakt moeten worden en niet van aluminium.
Inmiddels zijn de politiek en de Belastingdienst druk doende de complexiteit van de tariefstructuur te vereenvoudigen. Zo zijn er branchespecifieke afspraken gemaakt, die er grofweg op neer komen dat de grondslag wordt losgelaten en er simpelweg per euro verpakt product een gemiddeld tarief wordt betaald. Een van de eerste deals betrof de wijnhandel.
De belasting in de wijnbranche bedroeg vorig jaar exact € 0,0416 voor iedere verkochte liter wijn. Het Productschap Dranken kon natuurlijk niet achterblijven en hetzelfde geldt voor vele andere branches, koepels en federaties, zoals bijvoorbeeld de FME. Hier zijn de contouren zichtbaar van een simpele btw-verhoging.
De som van al deze ‘vereenvoudigingen' leidt wel tot de vraag hoe de gemaakte afspraken zich verhouden tot het mededingingsrecht. Met andere woorden: is het lidmaatschap van een branche verplicht om van de prijsvoordelen en indirecte voordelen van deze deals gebruik te kunnen maken? Op basis van het gelijkheidsbeginsel heeft iedere belastingplichtige recht op dezelfde behandeling. Het is geen taak van de Belastingdienst leden te werven voor brancheverenigingen door de heffing te koppelen aan een lidmaatschap van een branche.
Bedrijven kunnen dus gaan kijken bij welke (branche)regeling ze het goedkoopst uit zijn, of zelf een specifieke regeling proberen te treffen. In deze situatie is het uiteindelijk beter dat alle belastingplichtigen eenzelfde tarief krijgen op basis van ‘de gemiddelde verpakking van Nederland’. Dat zou dan neerkomen op een extra btw op verpakte producten van 0,2%.
De verpakkingenbelasting in zijn geheel afschaffen, zoals met de vliegtax is gebeurd, lijkt niet waarschijnlijk. Het geld is namelijk al uitgegeven. Vrom heeft op basis van de belastinginkomsten al minimaal € 511 mln subsidie toegezegd aan een reeks initiatieven die nu ‘gratis’ worden aangeboden. De Plastic Heroes-campagne voor het separaat inzamelen van plastic flesjes is een voorbeeld.
Alle vereenvoudigingen zullen ertoe leiden dat het voor VROM behoorlijk gecompliceerd wordt om accurate gegevens over verpakkingen te verkrijgen en te rapporteren aan de Europese Commissie. Weten zij ook eens hoe dat voelt!
Marcel Kaan, Environmental Consultant Pincvision
Bron: PincVision/Financieel Dagblad