Het producentenvertrouwen in de industrie heeft vanwege de coronacrisis een historisch dieptepunt bereikt. Niet eerder was bovendien de daling zo sterk als in april. Dit geldt ook voor de voedingsindustrie, ook al scoort deze sector minder slecht dan alle andere industriële branches. Het pessimisme wordt vooral gevoed door de langer dan verwachte lockdown van de horeca, gedaalde prijzen en de wereldwijde recessie die exportvolumes onder druk zet.
De zuivelindustrie kende in het eerste kwartaal nog een productiegroei van bijna 4% en lijkt tot nu toe het minste last te hebben van de lockdown. Er is in Nederland nog niet opgeroepen minder melk te leveren (zoals in Frankrijk) of melk over het land te laten lopen (Noord-Amerika). Afgesproken is om alle geleverde melk te verwerken. Andere producenten hebben het zwaarder. De productielijnen bij fritesproducenten zijn bijvoorbeeld afgeschaald, kalverslachterijen kampen met fors gedaalde exportvraag en de vleesverwerkende industrie kampt met oplopende voorraden. Bierbrouwers worden geconfronteerd met een fors dalende bierverkoop, maar een aantal van hen levert nu desinfectiemiddelen ten behoeve van de zorgsector.
