Met wederom een uitstel van de brexit-datum blijft de onzekerheid voor veel Nederlandse exporteurs aanhouden. Die onzekerheid zorgde de afgelopen maanden voor flinke schommelingen in de Nederlandse export naar het Verenigd Koninkrijk. Zo steeg de totale Nederlandse goederenexport in het eerste kwartaal van 2019 tot recordhoogte in aanloop naar de oorspronkelijke brexit-datum in maart om vervolgens sterk terug te vallen.
Uit een analyse van het ING Economisch Bureau blijkt dat van de toename van 1,3 miljard euro in het eerste kwartaal naar schatting 850 miljoen euro het gevolg was van voorraadopbouw. Britse bedrijven en burgers legden extra voorraden aan uit vrees voor tekorten. Onder andere de export van medicijnen kende dan ook duidelijke uitschieters. Daarnaast anticipeerden Britten op mogelijke prijsstijgingen omdat er na een brexit importtarieven op bepaalde producten (zoals sigaretten) kunnen gaan gelden.
Wij verwachten dat het naderen van de 31 oktober datum wederom tot hamstergedrag heeft geleid en ook terug te zien zal zijn in de exportstatistieken. Het effect op de export is hoogstwaarschijnlijk minder groot dan begin 2019. Dit komt omdat bedrijven eerder aangelegde voorraden uit voorzorg nog niet volledig hadden afgebouwd.
Enigszins interen op de voorraad ligt in de komende maanden voor de hand. Maar zolang brexit niet ‘done’ is blijven voorraadniveaus bovengemiddeld. De uiteindelijke afbouw zal geleidelijk plaatsvinden zodra de definitieve voorwaarden en het tijdpad van de brexit bekend zijn. Gedurende die periode importeren Britse bedrijven naar verwachting minder, waardoor de Nederlandse uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk tijdelijk wordt gedrukt.
