HomeDossiersCoronacrisisConsumentenvertrouwen ligt nog onder langjarig gemiddelde

Consumentenvertrouwen ligt nog onder langjarig gemiddelde

Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS is in juli verder verslechterd, meldt het CBS. De economie ligt diep in een fase van laagconjunctuur. In de Conjunctuurklok van half juli presteren 11 van de 13 indicatoren slechter dan hun langjarige trend. De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben voor veel indicatoren in de klok vanaf verslagmaand maart grote invloed.

De Conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.

Zowel het consumentenvertrouwen als het producentenvertrouwen was in juni minder negatief dan in mei. Het vertrouwen van producenten en consumenten ligt onder het langjarige gemiddelde.

Het volume van de goederenexport was in mei 11,8 procent kleiner dan in mei 2019. De krimp is kleiner dan in april. In mei zijn er vooral minder transportmiddelen en aardolieproducten uitgevoerd.

Consumenten hebben in april 17,4 procent minder besteed dan in april 2019. Dit is verreweg de grootste krimp van de binnenlandse consumptie door huishoudens die het CBS ooit heeft gemeten. De consumenten gaven vooral minder uit aan diensten, duurzame goederen en motorbrandstoffen. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen groeiden daarentegen.

In april was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 10,6 procent kleiner dan in april 2019. Dat is grootste daling na juni 2013. De krimp is vooral toe te schrijven aan lagere investeringen in gebouwen, personenauto’s, bestelauto’s, vrachtwagens e.d. en machines.

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 12,5 procent lager dan in mei 2019. Dat is de grootste daling in ruim 11 jaar.

Het aantal failliet verklaarde bedrijven, voor zittingsdagen gecorrigeerd, is in juni met 34 gedaald. In het eerste halfjaar van 2020 zijn evenveel faillissementen uitgesproken als in dezelfde periode een jaar eerder.

Tussen de aanvraag en het uitspreken van een faillissement kunnen enkele weken zitten. Vanaf week 14 houden de rechtbanken de rekesten (als een andere partij de rechter verzoekt om een bedrijf failliet te laten verklaren) voor ten minste vier weken aan, tenzij er sprake is van spoed. Daarnaast is door het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Het totale aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het eerste kwartaal met 22 duizend toe tot 10 859 duizend. De groei van het aantal banen ten opzichte van het voorgaande kwartaal komt daarmee op 0,2 procent. Dit is het laagste groeicijfer na het eerste kwartaal van 2016. In vergelijking met een jaar eerder zijn er 137 duizend banen bij gekomen, een stijging van 1,3 procent. De cijfers zijn inclusief de banen van mensen die vanwege de coronacrisis niet kunnen werken, maar krijgen doorbetaald.

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2020 in totaal ruim 3,4 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 2,2 procent minder dan een kwartaal eerder.

Eind maart 2020 was het aantal openstaande vacatures afgenomen tot 226 duizend, ruim 60 duizend minder dan een kwartaal eerder. Dit is de eerste kwartaalafname in zeven jaar tijd, en bovendien in aantallen de grootste die ooit is gemeten.

Door de afname van het aantal openstaande vacatures liep de spanning op de arbeidsmarkt in het eerste kwartaal van 2020 terug naar gemiddeld 82 vacatures per 100 werklozen. In het vierde kwartaal 2019 waren dat er nog 91.

In mei 2020 telde Nederland 330 duizend werklozen (ILO-definitie). Dat waren er 16 duizend meer dan in april. Vanaf maart is het aantal werklozen met 57 duizend toegenomen. Het werkloosheidspercentage kwam voor mei uit op 3,6, hetzelfde niveau als begin 2019. In maart was het werkloosheidscijfer nog 2,9 procent, in april 3,4 procent.

Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2020 met 1,5 procent gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder. De krimp is vooral toe te schrijven aan de consumptie door huishoudens. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 was de omvang van het bbp 0,2 procent kleiner.

www.cbs.nl