In deze driewekelijkse column, een samenwerking tussen de gemeente Castricum en het Nieuwsblad, schrijft plaatsgenoot Moniek Scholtens, werkzaam als ‘groene coach', over Castricummers en het milieu. Wat vinden inwoners van al die overheidscampagnes? En kan de gemeente ook iets opsteken van andermans ideeën of initiatieven? De Plastic Heroes-zak, waarmee de gemeente sinds kort plastic inzamelt, is mijn nieuwe maatje in de bijkeuken.
Ik krijg er een kick van om tijdens het koken al het afval te kunnen scheiden: groenteafval in de GFT-bak, papieren verpakkingen in de papierbak, glas in de glasbak en plastic in de Plastic Heroes-zak. Ik heb bijna geen restafval meer en de grijze bak blijft half leeg!
Meer dan de grijze bak, maakt deze Plastic Heroes-zak me duidelijk dat ik mijn plastic afval niet moet laten slingeren. Onlangs is, naast de plastic afvalberg in de Stille Oceaan, ook een enorme plastic afvalberg ontdekt in de Atlantische Oceaan (die in verbinding staat met de Noordzee). Dit plastic afval vormt een gevaar voor dier én mens. Plastic breekt af in hele kleine stukjes, dat zeedieren en vogels aanzien voor voedsel. Het plastic hoopt zich op in hun magen, waardoor ze minder voedsel kunnen opnemen, ondervoed raken en vergiftigd worden. En dat gif komt ook weer in onze voedselketen terecht.
Ook in Castricum houdt plastic afval steeds meer mensen bezig. Een vriendin vermaakte zich prima op het Uit je Bak-festival, maar zag wel overal plastic bekers en geen Plastic Heroes-zakken. Op het strand begint iemand te vertellen over de actie Zwervend langs Zee, waarin negen kustgemeenten zich inzetten om het zwerfafval op de stranden in te zamelen. “Waarom doet de gemeente Castricum niet mee?”, vraag hij zich af.
Ik vraag het de gemeente. “In Castricum doen we veel rond zwerfvuil”, zegt een medewerkster bij het Schulpstet. “Zo hebben we in maart meegedaan aan de landelijke zwerfafval-schoonmaakdag. We hebben in december een campagne gevoerd rond vuurwerkafval. En sinds deze maand houden we goed bij waar we zwerfaval vinden en hoeveel. Dan kunnen we doelmatiger schoonhouden.”
Op het schoolplein ontstaat een discussie of biologisch afbreekbaar plastic, waarin biologische producten vaak verpakt zitten, een oplossing is. We weten dat voor het maken van bio-plastic teeltafval van aardappelen en maïs wordt gebruikt. Dat bespaart grondstoffen en energie, want gewoon plastic wordt van aardolie gemaakt. Op bio-plastic staat een kiemplant-logo met daaronder de tekst ‘composteerbaar'. “Maar gebeurt dat ook als je het in de groene bak gooit?”, vraagt een vader zich af. Nee dus: bij navraag bij de Schulpstet blijkt dat het voor de medewerkers ondoenlijk is om bio-plastic te onderscheiden van ander plastic. Het risico bestaat zelfs dat een hele gft-lading daardoor wordt afgekeurd.
En om het nog verwarrender te maken: composteerbaar moet eigenlijk afbreekbaar plastic heten omdat het helemaal geen compost oplevert. Verbranden is eigenlijk beter; dan levert het nog wat energie op, zo lees ik op de site van Milieu Centraal.
Mij wordt geadviseerd om het bio-plastic in de Plastic Heroes-zak te doen. “De machines die dit plastic verwerken, herkennen namelijk zo'n acht soorten plastic, waaronder ook bio-plastic.”
Wel jammer dat de Plastic Heroes dan nóg voller worden. “Waar laat je ze?”, roept de buurvrouw. Ze klaagt dat de gemeente ze maar één keer in de maand ophaalt, waardoor er wel drie volle zakken in de schuur staan. “Laat ze naast de papier- en glasbak op straat plastic-inzamelbakken zetten!”, zegt ze. Ik suggereer voorzichtig dat je ook minder plastic in huis kunt halen: “Gebruik bijvoorbeeld de plastic groentezakjes die je in de supermarkt krijgt opnieuw in de pedaalemmer, dat werkt prima.” Maar de buurvrouw wil toch weten waarom de zakken niet eens in de twee weken worden opgehaald. “Een bak naast de glasbak is niet rendabel”, aldus de reactie vanaf het. Schulpstet, “vanwege het volume van het plastic. Maar als er veel plastic wordt aangeboden, kan vaker ophalen wél rendabel worden.” Mooi, daar gaan we voor: allemaal een plastic held in de schuur!
Bron: Nieuwsblad voor Castricum