Er zou een belasting moeten komen op internationaal betalingsverkeer. Dat heeft de Britse premier Gorden Brown onlangs tijden de G20-top in Schotland gezegd. Met de opbrengsten van de belasting zou een noodfonds kunnen worden gecreëerd dat kan worden aangesproken in het geval zich weer een grote economische crisis voordoet, aldus Brown tijdens een toespraak op de top in St. Andrews. Het idee van een heffing op internationale transacties, de zogenoemde Tobintaks, is niet geheel nieuw.
De belasting is genoemd naar Nobelprijswinnaar James Tobin en dit jaar pleitte ook de Duitse bondskanselier Merkel al voor een dergelijke heffing. Voorstanders menen dat uit de belasting niet alleen een noodfonds zou kunnen worden gefinancierd, maar dat die ook gevaarlijke speculatie in valuta tegengaat en er voor zorgt dat landen die niets met de oorzaak van een crisis te maken hebben er minder door worden geschaad.
Tegenstanders denken dat de belasting funest is voor de wereldwijde circulatie van geld en daarmee voor de internationale handel.
Behalve in een crisisfonds zou het geld uit de Tobintaks kunnen worden gestoken in hulp aan arme landen die te lijden hebben onder de klimaatverandering, betoogde Browns minister van financiële zaken Alistair Darling in Schotland. Groot-Brittannië vindt dat het internationale bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid moet nemen ten aanzien van de derde wereld en moet helpen duurzame industrieën te ontwikkelen en klimaatverandering moet helpen tegengaan.
Brown zei zaterdag dat voor het invoeren van de Tobintaks overeenstemming vereist is tussen alle grote spelers in de wereldeconomie.
De G20-landen vertegenwoordigen negentig procent van alle rijkdom in de wereld, hebben tachtig procent van de wereldhandel in handen en worden bewoond door twee derde van de wereldbevolking.
Bron: Trouw