Zaterdag 1 februari 1997. Het is dat het zo stil is, anders had de hal aan de Bosschebaan in Heesch gegarandeerd geëchood vanwege de gapende leegte. Al is er wel iemand aanwezig: Arno van de Ven is bezig de vloer te coaten en ‘food-graded' te maken. Hij legt zijn kwast opzij en rust even uit. Zittend op de vloer, tussen de bussen verf, denkt hij na over de toekomst.
Goed, hij en compagnon Hans Timmers hebben een hal gehuurd. Hier moet het allemaal gaan gebeuren. Maar hoe begin je een machinale verpakkingsfabriek zonder machines? Gereedschap? Een heftruck of pompwagen? Zelfs een fatsoenlijke kantoorinrichting ontbreekt. Hans en Arno hebben wat oude meubels van thuis meegenomen, een keukentafel, een paar stoelen en een koffiezetautomaat. Meer is er niet. Nog niet.
Die avond doet Arno zijn eerste administratie. Zoon Nick is bij hem: een half jaar oud nog maar, slapend in de Maxi-Cosi op tafel, terwijl Arno de inkoopfacturen inboekt. Een businessplan heeft hij niet, maar secuur met cijfers is hij altijd geweest – en gebleven. Hij kijkt op van zijn papieren, neemt een slok koffie en besluit dat hij nú al zin heeft in morgen.
“Dat was nog eens pionieren”, lacht Arno, als hij vandaag de dag terugdenkt aan de eerste maanden van het bedrijf. “Hans en ik waren net gestopt bij een logistiek bedrijf in Veghel, waar we als opgeleide machinebouwers de enige twee echte techneuten waren. Maar co-packing werd daar totaal niet serieus genomen. Dat konden wij beter, vonden we. We zijn het gewoon gaan doen.”
Buurman Print Point kwam met een eerste opdracht: displays bouwen in het magazijn van een klant die onder andere Isostar en Wasa knäckebröd verwerkte. “In Veenendaal, dus we moesten iedere dag vroeg op pad”, vertelt Arno. “Al snel hadden we via uitzendbureaus meerdere mensen aan het werk en kwamen de eerste guldens op de bankrekening. Maar doordat we geen businessplan hadden, weigerde de bank ons een lening om te investeren in machines. Ik hoor het de adviseur nog zeggen: ‘Geen plan, geen geld'.”
Arno belde in de eerste weken vol goede moed Mars en Nestlé, klanten met wie hij vanuit zijn vorige baan een warme band onderhield. “Ik dacht dat zij ons wel werk zouden gunnen. Maar het enige wat ze zeiden, was: ‘Gefeliciteerd met jullie eigen onderneming, veel succes'. Zo gemakkelijk ging het blijkbaar niet. Drie maanden later belden ze terug; ze hadden een uitdaging met flowpack-activiteiten. Dat sloot perfect aan op de machine die Hans en ik net hadden gehuurd. Een maand later volgde Nestlé met een vergelijkbare vraag, waardoor we ineens twee van de grootste chocoladefabrieken van de wereld als klant hadden.”
Een bijzondere mijlpaal volgde dankzij het oplettende oog van Hans, die onderweg naar Veenendaal een sloopbedrijf passeerde. Boven op een grote berg oud ijzer zag hij een machine staan. “Dat bleek een horizontale kartonneermachine te zijn”, vertelt Arno. “We hebben de eigenaar gevraagd wat hij ervoor wilde vangen; voor duizend gulden was de machine van ons. We hebben hem afgepeld, ieder onderdeeltje schoongemaakt en in Vetipak-rood geschilderd. Toen konden we écht aan de slag.”