HomeDossiersDuurzaamheidStaatssecretaris verstuurt analyse Raamovereenkomst Verpakkingen

Staatssecretaris verstuurt analyse Raamovereenkomst Verpakkingen

pet-flessen-trans

Staatssecretaris Mansveld van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft op 18 juni de milieueffectanalyse van de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 aan de Tweede Kamer gestuurd. In de analyse wordt het milieueffect van het totaalpakket van afspraken uit de Raamovereenkomst – inclusief het mogelijk afschaffen van het statiegeld op grote PET-flessen – vergeleken met de situatie vóór de Raamovereenkomst (2012). Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) heeft de milieueffectanalyse in opdracht van IenM begeleid.

kidv-logo-2014De milieueffectanalyse werd in juni 2014 door staatssecretaris Mansveld toegezegd aan de Tweede Kamer. De analyse is uitgevoerd door de onafhankelijke onderzoekbureaus TNO en CE Delft. Daarbij is er een brede klankbordgroep geformeerd met vertegenwoordigers van betrokken partijen, zoals de rijksoverheid, gemeenten, het bedrijfsleven, milieuorganisaties en organisaties op het gebied van zwerfafval. De klankbordgroep stond onder leiding van Pieter Jan Biesheuvel als onafhankelijk voorzitter. De review van het onderzoek lag in handen van een commissie van onafhankelijke experts die de aanpak en resultaten van het onderzoek heeft getoetst. De eindresultaten zijn inclusief het advies van de Raad van Advies van het KIDV voorgelegd aan het bestuur van het KIDV, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeenten, het verpakkende bedrijfsleven en de Rijksoverheid.

Uitkomsten onderzoek

In de milieueffectanalyse naar de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2022 zijn verschillende scenario’s onderzocht volgens de zogenoemde LCA-methode (levenscyclusanalyse). Hoofdconclusie van de milieueffectanalyse is dat het totaalpakket van maatregelen in de Raamovereenkomst in alle scenario’s in 2017 milieuwinst oplevert. Deze milieuwinst neemt duidelijk toe in 2022. Het grootste deel van de milieuwinst komt volgens de onderzoekers voort uit de afspraken over de recycling van kunststof verpakkingsafval.

De hoofdconclusies zijn robuust, ook omdat de gevoeligheidsanalyses voor de verschillende afspraken uit de Raamovereenkomst een beperkt effect laten zien op de hoofdconclusies. Van de milieuthema’s die het meest bijdragen aan het netto milieueffect (klimaatverandering, uitputting fossiele bronnen, de vorming van fijnstof en landgebruik) is in alle scenario’s milieuwinst te noteren als gevolg van de afspraken in de Raamovereenkomst, met als enige uitzondering een milieunadeel voor uitputting van fossiele bronnen voor 2017.

Indien de afspraak over het afschaffen van statiegeld en het omschakelen naar Plastic Heroes voor grote PET-flessen apart wordt geanalyseerd, levert dit een milieunadeel op. Dit milieunadeel wordt in 2017 meer dan gecompenseerd, voornamelijk door verhoging van de recyclepercentages van kunststof verpakkingsafval. In 2022 levert kunststofrecycling in alle scenario’s een grotere milieuwinst op.

Brancheverduurzamingsplannen

In het kader van de Raamovereenkomst en de afspraken in het Addendum stellen branches verduurzamingsplannen voor verpakkingen op. De brancheverduurzamingsplannen resulteren volgens de onderzoekers in een additioneel milieuvoordeel, als deze plannen additioneel zijn ten opzichte van autonome ontwikkelingen en de afspraken in de Raamovereenkomst.

Zwerfafval

In de milieueffectanalyse zijn drie mogelijke milieueffecten van de Raamovereenkomst op zwerfafval kwalitatief onderzocht: het programma voor de aanpak van zwerfafval met extra middelen uit het Afvalfonds, het afschaffen van gratis hemdtasjes bij supermarkten en het afschaffen van statiegeld op grote PET-flessen. Een kwantitatieve analyse van de milieueffecten van zwerfafval was niet mogelijk. Dit komt omdat er geen onafhankelijke studies bekend zijn die de gevolgen van beleid aantonen op de hoeveelheden zwerfafval en omdat er geen methodiek beschikbaar is om de milieueffecten van zwerfafval kwantitatief in beeld te brengen die vergelijkbaar is met de LCA-methode. Het KIDV vindt het belangrijk dat er een met de LCA-vergelijkbare methodiek wordt ontwikkeld om de milieueffecten van zwerfafval kwantitatief te kunnen berekenen en te vergelijken, ook omdat een dergelijke methodiek volgens het KIDV bij toekomstige onderzoeken zijn diensten kan bewijzen.

Kijk voor meer informatie op www.kidv.nl