Met kleine aanpassingen in de bestaande GS1 standaarden heeft een werkgroep de onduidelijkheden over het aanleveren van heterogene pallets weggenomen. Tussen leveranciers bestonden immers grote interpretatieverschillen over het gebruik van het GS1 palletlabel en het verzendbericht. De beoogde voordelen, een sneller en beter ontvangstproces bij ontvangers, werden daardoor in de praktijk niet of nauwelijks gerealiseerd. Werkgroepvoorzitter Peti Vilier van Sligro Food Group: “Wij staan nu een stuk sterker met één set afspraken voor de hele sector.”
Een ‘bonte' pallet ontvangen is tijdrovend en soms complex. De verschillende artikelen op de pallet moeten apart worden gecontroleerd en ingeboekt. “En dan praten we nog niet over het uitsorteren en gescheiden inslaan van die artikelen. Met name in onze foodservice-tak ontvangen we veel heterogene pallets. Soms zitten er wel twintig verschillende artikelen op”, vertelt Peti Vilier, procescoördinator logistiek bij Sligro Food Group.
De ontvangst van homogene pallets, ladingdragers met maar één artikel, vormt mede dankzij het GS1 label en het bijbehorende verzendbericht nagenoeg geen probleem meer. In het verzendbericht staat exact welk artikel op de pallet staat inclusief aanvullende informatie zoals het totale aantal, het batchnummer en de houdbaarheidsdatum. Scannen van de unieke SSCC op het palletlabel volstaat om de hele pallet in één keer in te boeken. Datzelfde palletlabel en verzendbericht kunnen ook worden gebruikt om de ontvangst van heterogene pallets te versnellen. Vilier: “Dat gebeurt ook al, alleen interpreteren leveranciers de bestaande GS1 standaarden voor heterogene pallets op verschillende manieren.”
Kleine aanpassingen in standaarden
Vilier heeft het afgelopen jaar gefungeerd als voorzitter van een werkgroep met vertegenwoordigers van retailers, leveranciers en logistiek dienstverleners die nog eens kritisch naar de GS1 standaarden voor heterogene pallets heeft gekeken. Hoe moet het palletlabel en het verzendbericht eruit zien? Zijn de richtlijnen duidelijk genoeg of moeten ze worden aangepast? “Sommige leveranciers leveren pallets met drie verschillende artikelen en drie verschillende palletlabels alsof drie deelpallets op elkaar zijn gestapeld. Andere leveranciers plakken één palletlabel, maar nemen in het verzendbericht maar één THT-datum op.”
De werkgroep heeft geconcludeerd dat de bestaande standaarden in principe toereikend zijn met een paar kleine aanpassingen. “In principe geldt: één ladingdrager en één palletlabel voor alle artikelen die erop staan. Als het gaat om een crossdock-zending, moet in het verzendbericht de locatiecode van de eindklant staan. Dan volstaat het scannen van de SSCC om de pallet direct door te zetten”, aldus Vilier. Eind september was het werk van de werkgroep afgerond. “Daarna hebben wij hier in Veghel een pilot hebben gedraaid. Dat was met de leverancier die voor elke heterogene pallet maar één THT-datum opgaf, ook al had elk artikel een andere THT. Dat gaat nu een stuk beter.”
Snellere en betere ontvangst
De verbeterpunten die uit de pilot zijn voortgekomen, zijn meegenomen in de aangepaste GS1 standaarden. Die zijn nu gereed voor toepassing op grote schaal. “Bij Sligro hebben we inmiddels een aantal leveranciers geselecteerd waarmee we deze standaarden willen implementeren. Dat resulteert niet alleen in een snellere, maar ook betere goederenontvangst. Op het moment dat de THT-datum niet in het verzendbericht staat, moet die handmatig worden ingevoerd op barcodeterminals met kleine knopjes. Dan wordt wel eens een tikfout gemaakt”, stelt Vilier. “Bovendien: het hele idee achter de SSCC is dat de hele keten dezelfde productinformatie gebruikt. Die informatie is het meest zuiver als die op de productielocatie wordt vastgelegd.”
Ook voor leveranciers biedt het gebruik van het GS1 palletlabel en het GS1 verzendbericht voordelen. “Wij houden per leverancier een score bij. Als tijdens de ontvangstcontrole blijkt dat een pallet goed is aangeleverd, krijgen ze punten. Maken ze een fout, dan gaan er punten af. Als de score boven een bepaald niveau uitkomt, komen leveranciers terecht in de ‘fast lane'. Dan scannen we nog maar één pallet om een complete zending in één keer in te boeken. Dat leidt tot veel kortere ontvangsttijden, waardoor de leverancier eerder weer kan vertrekken.”
Stuk sterker door set van afspraken
Vilier adviseert zowel retailers als leveranciers om met de aangepaste standaarden aan de slag te gaan. “Sommige retailers stellen specifieke eisen aan de wijze waarop leveranciers aanleveren. Met de standaarden in de hand hebben die leveranciers nu een argument om die specifieke eisen ter discussie te stellen. Waarom conformeren die retailers zich niet aan de standaarden? In Duitsland is het geaccepteerd dat elke retailer zijn eigen eisen stelt. In Nederland staan we een stuk sterker nu we één set van afspraken voor de hele sector hebben.”
Kijk voor meer informatie op www.gs1.nl.