De export van in Nederland gemaakte goederen groeit in de periode tot 2020 tot € 300 miljard. In 2012 bedroeg deze export naar schatting € 237 miljard. De machinebouw en elektrotechniek (jaarlijks +4,5% tot 2020), chemiesector (+4%) en voedingsmiddelenindustrie (+3,5%) hebben de grootste groeiperspectieven. Dit blijkt uit een onderzoek van het ING Economisch Bureau.
De export, een motor van de Nederlandse economie, wordt al voor een belangrijk deel gedreven door de sectoren die ook de komende jaren de grootste groei kunnen laten zien. “Het grootste potentieel zien wij de komende jaren voor onder andere de machinebouw. De sector is weliswaar conjunctuurgevoelig, maar relatief goed verbonden met de opkomende economieën”, zegt econoom Jurjen Witteveen van het ING Economisch Bureau.
Nederlandse bedrijven produceren machines voor onder andere de voedselindustrie, landbouw en de gezondheidszorg. De waarde van de export van deze sector kan jaarlijks met 4,5% stijgen tot € 38,6 miljard euro in 2020 vergeleken met bijna € 26 miljard in 2011.
Om de export te laten groeien is het voor sectoren noodzakelijk dat zij verder internationaliseren. Dit geldt vooral voor opkomende segmenten zoals de dienstensector. Deze heeft nog een relatief bescheiden aandeel in de export, maar kan flink groeien door een verdere internationale expansie.

Bron: ING/AGF.nl