Flexibele arbeidskrachten, zowel werknemers als zelfstandigen, vangen via hun flexibiliteit in uren en tarieven de conjuncturele golven op. De meeste werknemers met een vast dienstverband merken gemiddeld relatief weinig van eventuele economische schokken, zowel qua loon als in het aantal te werken uren. Dit verklaart waarom bedrijven veel gebruik zijn gaan maken van flexibele arbeidskracht, zo meldt ING.
Uit onderzoek van Grajales-Olarte, Uras & Vellekoop (2019) blijkt dat uitzendkrachten van alle werknemers (dit is exclusief zzp’ers) het meest flexibel zijn in hun uurloon. Ondanks deze flexibiliteit ontvangen ze daar geen risicopremie voor, in de vorm van een hoger loon. Dit komt doordat de meeste uitzendkrachten het cao-loon betaald krijgen. Bovendien hebben ze vaak vanwege hun gemiddeld genomen lagere opleidingsniveau en minder specialistische werk minder onderhandelingsmacht om in goede tijden individueel meer te eisen.
Binnen de totale groep flexibele krachten zijn niet de uitzendkrachten, maar de zzp’ers het belangrijkste stootkussen om economische schokken op te vangen. Geen enkele groep werknemers kan zo snel schakelen als de zzp’er. In een groeiende economie kunnen ze hun tarieven snel verhogen en/of meer uren werken. In een neergaande economie geldt het omgekeerde: zzp’ers vangen dan de klappen op door minder uren te werken of door de tarieven te verlagen. Dit maakt zzp’ers aantrekkelijk voor bedrijven die flexibel willen zijn.
Zzp’ers zijn voor bepaalde segmenten van de uitzendsector inmiddels dan ook een geduchte concurrent. Dit zorgt voor druk op het verdienmodel van de uitzendsector, wat wordt versterkt door de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in 2020. Door de nieuwe wet wordt alle flexibele arbeid, behalve zzp’ers, duurder. De kans is dan ook groot dat er deels een verschuiving van werk plaatsvindt van uitzendkrachten naar zzp’ers. Verder zorgen ook online werkplatformen voor meer concurrentie van zzp’ers