Bisfenol A (BPA) is een chemische stof die veel voorkomt in producten die bepaalde soorten plastics bevatten. Denk aan bouwmaterialen, elektronica, verpakkingen voor eten en drinken, implantaten, infuusapparatuur en speelgoed. Daarnaast kan bisfenol A een basis zijn voor verven en lijmen. Via afvalwater van fabrieken of huishoudens kan bisfenol A ook in oppervlaktewater terechtkomen.
Het RIVM doet onderzoek naar de veiligheid van chemische stoffen, waaronder bisfenol A. Daarnaast onderzoekt het RIVM de veiligheid van stoffen die een alternatief kunnen zijn voor bisfenol A. Ook adviseert het ministeries over de veiligheid van stoffen en hoe deze veiligheid bepaald kan worden.
Nieuwe inzichten laten zien dat bisfenol A mogelijk al bij lagere hoeveelheden schadelijk voor de gezondheid van de mens is dan eerder gedacht. Daarom stelde de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) de gezondheidskundige grenswaarde in 2023 met een factor van 20.000 naar beneden bij tot een waarde van 0.2 ng/kg lichaamsgewicht per dag. Deze waarde geeft aan hoeveel iemand van een stof mag binnenkrijgen zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid. De hoeveelheid die iemand van een stof binnenkrijgt noemen we de blootstelling.
De Europese Commissie heeft diverse maatregelen genomen om de blootstelling aan BPA te verlagen. Zo zorgden wetswijzigingen voor een verbod op het gebruik van bisfenol A in kassabonnetjes of babyflesjes. Het gebruik van bisfenol A en sommige andere bisfenolen in voedselcontactmaterialen wordt de komende jaren afgebouwd. Dit betekent dat bisfenol A de komende jaren nog wel in voedselverpakkingsmaterialen kan zitten.
Door het ontwikkelen van alternatieve stoffen die dezelfde functies als bisfenol A kunnen vervullen, kan het gebruik van bisfenol A worden beperkt. Het is wel belangrijk dat de vervangers veilig zijn voor de mens.