De NVRD, de Koninklijke Nederlandse vereniging voor afval- en reinigingsdiensten, hekelt het kabinetsbesluit om jaarlijks 567 miljoen euro extra belasting te heffen bij inwoners via de lokale afvalstoffenheffing. Een maatregel die bedoeld was om bij producenten het gebruik van fossiele plastics te ontmoedigen is van tafel. In plaats daarvan schuift het kabinet een deel van deze rekening van 567 miljoen euro nu door naar inwoners.
Dit betekent een lastenverzwaring voor huishoudens. Deze stijging komt bovenop de eerdere toename van ruim 45% sinds 2018. De NVRD vindt dit de wereld op zijn kop. Het ondermijnt ook het draagvlak bij inwoners om afval zorgvuldig te scheiden.
Het kabinet had in het regeerakkoord een plasticheffing opgenomen, bedoeld om de schatkist te spekken en het gebruik van fossiele plastics te verminderen. Na een stevige lobby door producenten en industrie is deze heffing echter van tafel. “Het motto ‘de vervuiler betaalt’ wordt hiermee ingeruild voor ‘de inwoner betaalt’”, stelt Wendy de Wild, directeur NVRD. “Dat is extra wrang omdat restafval al fors duurder is gemaakt om inwoners te belonen voor goed scheiden. Deze nieuwe stijging frustreert en helpt totaal niet om afval aan de bron te voorkomen. De industrie die de materiaalkeuzes maakt, wordt nu niet geprikkeld om fossiel plastic te vervangen door gerecycled materiaal.”
In plaats van de heffing op polymeren kiest het kabinet er nu voor om de benodigde 567 miljoen euro jaarlijks te innen via een hogere belasting op de verbranding van restafval. Dit maakt de verwerking van restafval duurder, wat rechtstreeks wordt doorberekend aan huishoudens via de afvalstoffenheffing.
De NVRD roept het kabinet dringend op om het principe ‘de vervuiler betaalt’ serieus te nemen en de heffing zo vorm te geven dat recycling door producenten financieel wordt beloon en het gebruik van vervuilende plastics van buiten Europa wordt belast.. “Producenten maken de keuzes over plastic”, aldus De Wild. “Prijsprikkels bij de bron stimuleren hen om te kiezen voor minder materiaal en beter recyclebaar materiaal. Dit geeft consumenten ook de kans om bewust duurzamere keuzes te maken – bijvoorbeeld door die paprika zonder plastic te kiezen of een haardroger gemaakt van gerecycled plastic.”
De brancheorganisatie maakt zich tevens grote zorgen over de onrealistisch korte termijn van twee maanden die de industrie en gemeenten krijgen om een alternatief plan te presenteren. “Dit voelt als een schijnoplossing”, zegt De Wild. “De industrie heeft weinig prikkel om met een serieus alternatief te komen als ze weet dat de rekening anders toch wel bij de inwoner belandt. Wij zitten als enige publieke partij aan tafel.” Bovendien plaatst dit besluit gemeenten, verantwoordelijk voor de afvalinzameling, in een onmogelijke positie: zij moeten een impopulaire heffing innen waar zij niets tegenover kunnen zetten.