Waarom zit exportbier nooit in kratten, is een papieren broodzak slecht voor het milieu en krijg je een pak melk makkelijker open dan een pak sap? Roland ten Klooster grossiert in dit soort weetjes. Met zijn eigen bedrijf ontwerpt hij al jaren verpakkingen, van puddingbeker tot bloemenfust. Sinds 1 mei is hij deeltijdhoogleraar packaging design & management bij de vakgroep ontwerp, productie en management van de faculteit CTW. “De complexiteit van verpakken wordt vaak onderschat.”
Ten Klooster (1962) geeft de verslaggever meteen een geestdriftig minicollege sluit- en schenksystemen. Op zijn bureau in de Horst liggen, in afwachting van een student die een tweedejaars vrije opdracht wijdt aan het onderwerp, verschillende kunststofsluitingen voor kartonnen verpakkingen van melk en vruchtensap uitgestald. Iedereen kent de ondingen die je met je vinger moet doordrukken of waarvan je een aluminium lipje af moet peuteren. En dan is er nog de schroefdop die het pak bij opendraaien moet doorboren en een vrij sterke hand vergt. Ten Klooster: “Een pak melk krijg je veel makkelijker open dan een pak sap, op melk zit vaak alleen een dopje. Sap is veel kwetsbaarder. De meeste mensen denken dat het andersom is, maar melk bederft toch al na een week, ongeacht wat je ermee doet. Sap is soms wel een half jaar houdbaar en dus moet de verpakking aan hoge eisen voldoen. Onder het karton zit een aluminiumlaag die beschermt tegen micro-organismen, de consument moet de dop dus door meerdere lagen duwen. Het is moeilijk om een verpakking te ontwerpen die je én hermetisch af kunt sluiten én gemakkelijk kunt openen.” En dat allemaal omdat de consument het zat is om met een schaar een hoekje van het pak te knippen.
“Nooit bij stilgestaan hè?”, zegt Ten Klooster vergenoegd. Aan verpakken kleven heel wat haken en ogen, vertelt hij. Niemand realiseert zich de complexiteit ervan. De verpakking moet het product beschermen en conserveren, informatie geven over de inhoud en er nog gelikt uitzien ook. Slecht verpakken kost jaarlijks 3,5 miljard euro: voedsel dat door microlekkages in de verpakking bederft, kapotte meubels door onvoldoende verpakking, medicijnen die weggegooid moeten worden omdat de portiegroottes niet kloppen, enzovoorts.
“Vandaar deze leerstoel”, legt Ten Klooster uit. “Een initiatief van het Nederlands Verpakkingscentrum. Zij willen de professionaliteit in de sector omhoog krijgen want heel vaak wordt binnen bedrijven de theoretische basis van verpakken niet begrepen. Er is nog geen goede opleiding op dit gebied en de UT had er wel oren naar. Tien bedrijven binnen de sector hebben geïnvesteerd en we hebben nu een pot voor vier jaar. Ik wil mijn tijd hier, één dag in de week, gebruiken om een groep op te bouwen. Als wij de sector geld kunnen besparen door de kennis over verpakkingen naar een hoger niveau te tillen – en er zijn nogal wat fundamentele onderwerpen die aangepakt moeten worden – dan moet de sector vervolgens investeren in onderzoeksprojecten. Daar willen wij aio's voor aanstellen.”
Zelf raakte hij tijdens zijn studie industrieel ontwerpen aan de TU Delft geïnteresseerd in het verpakkingsvak. Na zijn afstuderen begon hij al vrij snel een eigen bedrijf: Plato product consultants, dat nieuwe en duurzame concepten op verpakkingsgebied ontwikkelt. Tussen de bedrijven door promoveerde hij in Delft.
Ten Klooster gaat nu, na vijftien jaar praktijkervaring, in de masterfase van de Twentse opleiding industrieel ontwerpen een vak verzorgen en in het bachelorprogramma het vak introduceren. “Ik verheug me erop. Studenten staan er nog zo lekker blanco in. Ik wil ze vooral laten zien hoe de verpakkingswereld in elkaar zit en met welke problemen je te maken krijgt. Het heeft geen zin om als ontwerper een product zo kwetsbaar te maken dat het niet meer vervoerd kan worden. Sommige dingen die ik vertel zijn heel basic: de breedte van een vrachtwagen om maar wat te noemen. Of hoe je een product tijdens het vervoer goed moet bufferen.”
Studenten moeten weten dat een product en de verpakking deel uitmaken van dezelfde keten, vindt Ten Klooster. De Zweedse meubelfabrikant IKEA is wat hem betreft een goed voorbeeld. “IKEA ontwerpt zodanig dat alles rechthoekig verpakt kan worden. Je zou kunnen zeggen dat het product bij hen ondergeschikt is aan de verpakking en het kunnen vervoeren. Maar feitelijk ontwerpen zij product-verpakkingscombinaties zoals het zou moeten.”
De voedingsmiddelenindustrie biedt voer voor een groot aantal colleges. Met name de hele kant-en-klaarindustrie is interessant, vertelt de nieuwe hoogleraar. “Een boeiende maatschappelijke ontwikkeling. We gunnen onszelf steeds meer luxe. Supermarkten zijn met hun kant-en-klaarmaaltijden gaan concurreren met de Chinees en de pizzaboer. Maar een zakje sla met de dressing er bij in, of vlees en groente in een en hetzelfde bakje, dat soort dingen zijn dodelijk voor de houdbaarheid.”
Die ontwikkeling vraagt om duurzaam verpakken. En daarmee bedoelt Ten Klooster zorgen dat het product zo lang mogelijk zijn kwaliteit behoudt. “Je kunt een duurzame verpakking niet zonder het product zien. Als de bakker vraagt of ik mijn brood in een papieren of plastic zak wil, zeg ik plastic. Brood blijft namelijk langer goed in plastic zodat je er minder van hoeft weg te gooien. En dat is uiteindelijk beter voor het milieu, want bij brood begint het al op de akker met schadelijke bestrijdingsmiddelen. Je kunt beter een plastic zak weggooien dan een brood.”
En zo zijn er voorbeelden en weetjes te over. Waarom exportbier eigenlijk nooit in kratten wordt vervoerd? “Exportbier zit standaard in groen glas en dat glas heeft een slechte UV-barrière. Als je dat even in de zon laat staan, dan zit er meteen een UV-smaak aan het bier. Daarom wordt exportbier altijd in dichte dozen verkocht en gaat bruin bier, met een goede UV-barrière, in open kratten.”
Ook de verpakkingen die hij met zijn eigen bedrijf ontwikkelt, leveren tal van voorbeelden op. “Laatst werden we gevraagd om een kunststof puddingbeker van een bekend zuivelmerk sterker te maken, zonder de herkenbare bolle vorm te verliezen. Want dat wilde marketing niet.” Ook adviseerde zijn bedrijf onlangs over de stabilisatie van bloemenfusten die op veilingen worden gebruikt, werd een systeem bedacht dat plooivorming in flesetiketten tegengaat en een nieuw sluitingssysteem voor conservenpotten ontwikkeld.
Een student verschijnt in de deuropening van zijn kamer. “Professor Ten Klooster?”, vraagt ze. “Oja, dat ben ik”, lijkt de nieuwbakken hoogleraar te denken. Ze maken een afspraak voor die middag om te praten over de sluit- en schenksystemen waar zij onderzoek naar gaat doen. Het minicollege wacht ongetwijfeld ook haar. “Die schrikt zich straks helemaal de pleuris”, voorspelt Ten Klooster opgewekt.
Bron: Weekblad van de Universiteit Twente
Foto: Arjan Reef